Thuiswerken en de wil om iets bij te kunnen dragen

Van de 1100 medewerkers van RST Zorgverleners is maar een handjevol thuis aan het werk. Vooral medewerkers van de kantoren in Barneveld, Ridderkerk en Goes gaan ’s morgens niet de deur uit in deze periode. Toch proberen zij hun collega’s in de zorg waar mogelijk te ondersteunen. Bernard Knoop, manager Finance Control en ICT vertelt.

‘Toen we twee maanden geleden de opdracht kregen om thuis te blijven, was dat niet wat me zorgen baarde. Ik werkte altijd al een dag per week thuis, dus het thuiswerken was ik wel gewend. Ik begreep wel direct: nu moeten we er als afdeling voor zorgen dat iedereen zo snel mogelijk mobiel is en 100% door kan werken. Dat laatste was nog een flinke kluif!

Gelukkig waren we al enkele maanden eerder begonnen met het uitrollen van een nieuwe omgeving. Daarmee konden medewerkers op de cloud inloggen in plaats van op de fysieke server in Barneveld. Dat maakt thuiswerken  een stuk sneller en prettiger.

Toen de corona-crisis uitbrak was ongeveer de helft van ons kantoorpersoneel al overgezet, maar de andere helft moest dus versneld overgezet worden. We hebben in die eerste weken heel wat overuren gedraaid om dat voor elkaar te krijgen!

Improviseren

Ondanks de drukte merkte ik  juist ook in mijn eigen teams de gedrevenheid: de wil om iets te kunnen bijdragen.

Er kwam bijvoorbeeld een telefoontje binnen van de leidinggevenden in de kraamzorg. Die wilden graag op één centraal nummer dag en nacht bereikbaar zijn, ook al wisselden ze hun diensten af en zaten ze fysiek op een andere plek.

Onze ICT-medewerkers hadden eigenlijk helemaal geen tijd om die opdracht erbij te nemen, maar ze hebben– zonder aansporing van mij – op vrijdagmiddag nog die coronaroute geregeld. Daar ben ik dan echt trots op!

Keukentafel

Hoewel ik thuiswerken wel gewend was, moet ik sinds het uitbreken van de corona-crisis de keukentafel delen met mijn vrouw en drie kinderen van 4, 7 en 10.

Onze kinderen hebben alle drie schoolwerk te doen. Mijn vrouw begeleidt de jongste twee en ik de oudste. Als hij aan een opdracht bezig is, kan ik snel een paar mailtjes beantwoorden. Als ik in een call zit, moet hij soms even wachten met een vraag.

Kortom: best wel hectisch, zeker in het begin. Maar we hebben onze draai gevonden. ’s Middags als het schoolwerk gedaan is, spelen de kinderen gelukkig lekker buiten en kan ik nog wat zaken uitvoeren, waar ik echt concentratie voor nodig heb. Ook ’s avonds moet ik regelmatig uren maken om de boel draaiende te houden. Het zijn zo best lange dagen!

Managen op afstand

Als manager is thuiswerken niet ideaal: een team aansturen is tenslotte meer dan taken en verantwoordelijkheden uitdelen. Het gaat juist ook om de smalltalk: de vinger aan de pols houden. Je mist nu de kleine gesprekjes bij de koffiehoek, die min of meer vanzelf plaatsvinden als je samen op kantoor bent. Als je gaat videobellen begin je toch minder snel een persoonlijk gesprekje.

Mede om die reden werk ik inmiddels toch af en toe een paar dagen op kantoor. Als we het een beetje afwisselen is daar gelukkig wel ruimte voor.

Toch kunnen we nog niet volledig terugkeren met zijn allen. De werkplekken zijn wel ruim en ook gemakkelijk anderhalve meter uit elkaar te zetten, maar de gangen zijn eigenlijk te smal om elkaar veilig te kunnen passeren. In de komende tijd moet ik daar mijn hoofd eens over gaan breken.

Toekomst

Een ander punt van aandacht is voor mij het sociale aspect: het teamgevoel. Hoe houden we dat overeind als we voor langere tijd niet in staat zijn in volledige samenstelling bij elkaar te zijn? Gezamenlijke koffiemomenten zijn er niet meer en het is maar de vraag of teamuitjes dit jaar nog wel door kunnen gaan. Hoe betrek je dan iedereen?

Ook zijn we bezig met de trainingen die we normaal gesproken fysiek aanbieden aan onze medewerkers. Kan die kennisdeling ook digitaal of online? We hadden al een portal met e-learnings, maar als het bijvoorbeeld gaat om verpleegtechnische handelingen, kun je die dan ook via een webinar aanleren? Ook de projecten die tijdelijk stil kwamen te liggen, vragen nu weer mijn aandacht.

Wat in elk geval niet veranderd, is de zorg die RST levert vanuit een reformatorische levensovertuiging. We hadden – en hebben nog steeds – een mooi product. Hoe de toekomst er ook uitziet: we blijven gewoon doen wat we doen en dat doen we met liefde, aandacht en toewijding.’